Ezechiël 33:11a Maar Ik zweer bij Mijzelf dat Ik niet blij ben als slechte mensen sterven. Ik heb veel liever dat ze veranderen en dat ze daardoor blijven leven. (BB) Als je het boek Ezechiël leest zie je dat God niet blij is met onrecht, slechte daden en ongehoorzaamheid. God wil dat mensen goed doen […]
Rechters 6:14-16 Toen zei de Heer tegen hem [Gideon]: “Ga er op af zoals je bent. Bevrijd Israël uit de macht van de Midianieten. Ik stuur je, dus je kan het.” Maar Gideon zei: “Heer, hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? …” Maar de Heer zei tegen hem: “Ik ben met je. Daarom zul je […]
Genesis 37:3-4 Omdat Israël al oud was toen Jozef werd geboren, hield hij meer van Jozef dan van zijn andere zonen, en hij had een prachtig bovenkleed voor hem laten maken in allerlei kleuren. De broers zagen wel dat hun vader het meest van Jozef hield. Daarom konden ze Jozef niet uitstaan en kon er geen vriendelijk […]
2 Koningen 20:19 Hizkia antwoordde: ‘Het is goed, wat u namens de HEER tegen mij hebt gezegd.’ Want hij dacht bij zichzelf: Dat betekent dat er zolang ik leef, rust en vrede zal heersen. Hizkia krijg geen goede boodschap met betrekking tot zijn paleis, rijkdommen, kinderen en kleinkinderen. Alles wat opgebouwd en vergaard is en […]
Lucas 19:1-6 Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Er was daar een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een […]
Lucas 13:20 en 21 (HB) Hij gaf nog een vergelijking. “Het Koninkrijk van God is als gist, dat in het deeg wordt gedaan. Het doet ongemerkt zijn werk, tot het deeg helemaal gerezen is.” Het Koninkrijk van God gaat over de autoriteit, de regering, het koningschap en de soevereiniteit (exclusieve bevoegdheid) van Jezus Christus. Anders […]
Matteüs 2: 9-11 De magiërs gingen op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. […]