Bewoner van Gods huis

Posted on Posted in Kerk, Leven

Hebreeën 3:6 GNB Maar Christus is trouw als zoon die het beheer voert over Gods huis. Dat huis zijn wij zelf, als we tenminste vol vertrouwen en fier vasthouden aan wat we hopen.

De Bijbel staat vol teksten over Gods huis. In het Nieuwe Testament wordt duidelijk dat wij zelf dat huis vormen, met elkaar. Christus is de bouwer en beheerder, wij zijn de bewoners.

Er is wel een “als” of “mits” en dat is dat we vol vertrouwen en fier vasthouden aan wat we hopen. Wonen en opgroeien in Gods huis is geen automatisme. Er zijn ramen en deuren naar de buitenwereld. Door de ramen komen beelden, en aan de deur wordt aangebeld. Bewoners hebben een keus of ze zich door de beelden en geluiden van het leven buiten het huis laten afleiden, of niet.

Christen zijn, gered zijn, is geen “eens gered, altijd gered”-ticket naar de hemel. Het is een keus die je elke dag maakt om in het huis te blijven. Om fier vast te houden aan dat waar je op bent gaan hopen.

Dan ga je groeien en word je volwassen. Dan wordt je geloof een zeker weten. (Heb. 11:1). Dan vorm je samen Gods huis.

One thought on “Bewoner van Gods huis

  1. Thuis in Gods huis

    1. Bij u, Heer God, voel ik me thuis,
    wilt u mij vinden in uw huis,
    uw liefde in mij wakker maken,
    al heb ik soms een dwars geloof.
    Ik zoek u en ik kijk omhoog
    en voel me klein bij uw genade.
    Mijn anker is omhoog gegooid
    naar God, want hij vergeet mij nooit.

    2. Geloof is hoop, voorlopig loon.
    Ik haak mijn anker aan Gods troon
    en maak me vast aan zijn mysterie,
    dat dit de weg is die ons draagt:
    een God, geboren uit een maagd,
    als mens gekomen naar de wereld,
    een kruis van liefde en een graf
    dat open ging van binnen af.

    3. Wie hoog omhoog kijkt, ziet de stad
    die u allang hebt liefgehad:
    een moederkerk die neer zal dalen,
    uw wereldstad waar liefde heerst,
    waar anders zijn wordt gewaardeerd,
    en ieder vrij kan ademhalen,
    waar ieder vrolijk wordt gekend,
    en ik mag worden wie ik ben.

    4. Waar wij met lege handen staan,
    breekt u zich als een stormwind baan,
    een vlam van hoop waar mensen bidden,
    een duif die onze harten leest.
    Dit is de zangvlucht van de Geest.
    U komt spraakmakend in ons midden
    als nieuwe taal die vleugels heeft,
    als zoete wijn die vreugde geeft.

    5. Ik heb mezelf voor u verstopt
    in vijandschap en angst, Heer God,
    een adam in de avondkoelte.
    U hebt geroepen: waar ben jij?
    U draagt mijn schuld en maakt me vrij.
    Vertrouwen, is dat uw bedoeling?
    De beesten zijn op zoek naar prooi,
    ik strijd naast God en dat is mooi.

    6. Zoals u dan ‘niet bang zijn’ zegt
    als ik mijn koers zoek onderweg,
    met in de zeilen uw genade –
    Dit woord, dat u van mensen houdt,
    legt op mijn lippen smaakvol zout,
    ik zing en zeg uw lieve daden
    tussen de mensen in. Wij zijn
    het licht dat in de wereld schijnt.


    Tekst: Ria Borkent
    Muziek: Roelof Elsinga zie link http://www.vuurbaak.nl/nl/product/9789055603800/thuis-in-gods-huis.html

    19-26 mei 2010 Schouwen Duiveland, Zeeland

Comments are closed.