Jozua 12:1 De Israëlieten hebben eerst het gebied ten oosten van de Jordaan in bezit genomen dat zich uitstrekt van het dal van de rivier de Arnon tot aan de berg Hermon, met de steden in de oostelijk gelegen woestijn. 8 De streek omvatte het bergland, de laaggelegen gebieden, de vlakte, de berghellingen, de woestijn van Juda en de Negev. 

In dit hoofdstuk zien we wat het leger van Israël allemaal heeft moeten doen om hun land te veroveren. Grote afstanden zijn afgelegd, lange vermoeiende dagen zijn gemaakt en vele strijden gestreden. Het moet erg zwaar zijn geweest. 

God had echter met zijn vingers kunnen knippen en het hele land was verslagen. Wat een machtsvertoon zou dat zijn geweest! Waarom laat hij het volk dan al deze zware tochten maken en bloedige oorlogen vechten?

God wil liever samenwerken. Hij gebruikt de talenten en het harde werk van zijn volk en legt Zijn zegen erop.  

Jozua heeft als ervaren legeraanvoerder een ijzersterke militaire strategie toegepast in de verovering van het land Kanaän. Het leger zet al zijn kracht, energie en moed in. God geeft ondertussen instructies, moedigt aan en grijpt soms op bovennatuurlijke manier in zoals we in hoofdstuk 10 hebben kunnen lezen. Een beetje van het volk plus een beetje van God is de beste combi.  

Soms hopen we op een bovennatuurlijk ingrijpen van God. In sommige gevallen zal Hij op deze manier werken maar in veel gevallen werkt hij het liefste met ons samen. Hij wil je aanmoedigen, je aanwijzingen geven, en je versterken. Dan ben jij aan zet. Vertrouw erop dat God achter je staat en met je samen werkt en ga vanuit dat besef de strijd aan.