1 Timoteüs 6: 17 en 18 Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen.

Het bijzondere van mensen is dat zij altijd anderen aan kunnen wijzen die het beter hebben. De rijken dat zijn die anderen met een tweede huis in Frankrijk en degenen die de hele wereld over vliegen om in het ene na het andere hotel te slapen. Vaak vergeten we dat wij in Nederland tot de rijkste landen ter wereld behoren. Als jij je dat bedenkt gaat het verhaal over rijken en rijkdom opeens over jezelf.

Rijkdom is volgens de Bijbel niet het probleem, maar wel als jij daar je zekerheid uit haalt, als jij met geld alles zelf denkt op te kunnen lossen voor jezelf. Dat is waarom de Bijbel zegt dat jij je vertrouwen op God moet stellen omdat Hij ons rijkelijk zal voorzien van alles wat we nodig hebben en daarvan mogen genieten. Dan zitten we ook niet vast aan ons geld en kunnen we anderen laten delen in onze rijkdom.

Jij bent namelijk degene door wie God anderen rijkelijk gaat voorzien om ervan te genieten … en Hij zorgt weer voor jou.